Net zoals er veel verschillende definities van spel zijn, zijn er ook verschillende soorten spel die je kan herkennen bij je kind. Via al deze soorten ontwikkelen kinderen diverse vaardigheden. In dit artikel worden de 10 verschillende soorten spel uitgelegd en wordt benoemd welk materiaal erbij komt kijken.
10 soorten spel:
- Exploratief spel. Dit komt neer op het ontdekken van materiaal en de omgeving, op allerlei manieren. Door materiaal te pakken, te bekijken, te voelen of te gooien wordt er een beeld van gevormd. Hoe werkt het en wat doet het? Voor dit type spel is geen specifiek speelgoed nodig. Een peuter verzamelt bijvoorbeeld stokjes of blaadjes, een baby schud met zijn rammelaar.
- Sensorisch spel. Het gaat hierbij met name om voelen en ervaren. Denk hierbij aan materiaal zoals zand, klei, modder of sneeuw. Alles waar je lekker met je handen in kan wroeten!
- Pretend play. ‘Doen alsof’ spel of rollenspel. Op deze manier kunnen kinderen gebeurtenissen verwerken en verschillende rollen en identiteiten uitproberen. Materiaal kan zijn: verkleedspullen, kostuums, poppen of een speelkeuken.
- Small world play. Spelen met een miniatuur wereld waarbij niet levende objecten tot leven worden gebracht. Kinderen spelen met poppetjes, speelgoed auto’s, of dieren in een kleine wereld. Poppetjes hebben vaak verschillende rollen. Kinderen leren andere perspectieven te bekijken en verhalen te vertellen. Voorbeelden van materiaal: poppetjes, speelgoed voertuigen, poppenhuizen of Playmobil sets.
- Constructief spel. Er wordt materiaal gebruikt om te bouwen en te creëren. Kinderen leren creatief te denken en problemen op te lossen. Materiaal kan vanalles zijn, bijvoorbeeld blokken, trein rails, loose parts en ander constructie speelgoed.
- Expressief spel. Jezelf uiten, via dans, zang, kleding of ‘process art’. Dat laatste wil zeggen dat het gaat om het proces in plaats van het resultaat en er is een unieke uitkomst. Dit in tegenstelling tot een knutselwerkje exact namaken zoals het voorbeeld. Via dit soort spel wordt de creativiteit gestimuleerd en krijgen kinderen een gevoel van wie ze zijn. Materiaal is bijvoorbeeld muziek, kleding en knutselspullen.
- Beweging. Dit gaat om bewegen, om het bewegen. Denk aan fietsen, steppen, schommelen, klimmen. Ook risico’s nemen valt hieronder. Beweging is belangrijk voor ontwikkeling van de motoriek, sensorische informatieverwerking, risico’s leren schatten en doorzettingsvermogen.
- Vaardigheden leren. Dit type spel heeft een doel en er is vaak herhaling nodig om het te kunnen. Denk hierbij aan puzzels, Montessori materiaal of het leren fietsen.
- Spel met regels. Het enige wat hiervoor nodig is zijn andere kinderen. Het heeft de voorkeur dat kinderen zelf de regels maken, in plaats van volwassenen. Door spel met regels leren kinderen sociale vaardigheden, executieve functies en eerlijk te spelen. Voorbeelden zijn tikkertje, verstoppertje of andere spellen met door kinderen bedachte regels.
- Mindful spel. Dit gaat om spel waarbij kinderen fysiek rustig zijn maar mentaal actief. Bijvoorbeeld door te lezen, te observeren of te denken. Je ziet dit bijvoorbeeld als kinderen nog niet samenspelen maar wel naar spelende kinderen kijken. Ook het bladeren door een boek als een kind nog niet kan lezen en dagdromen vallen hieronder. In dit geval is materiaal ofwel een boek ofwel ’tijd’ om te kunnen dagdromen en nadenken.
Misschien mis je sociaal spel en buitenspel in het rijtje. Alle bovenstaande typen zijn zowel binnen als buiten te doen en met uitzondering van spel met regels, kan alles alleen of samen gedaan worden. Eigenlijk kan vrijwel alles wat kinderen kiezen om te doen als spel worden gezien. De kern is dat een kind zelf kiest en zelf de inhoud bepaald.
Ons beeld van spel

Wij volwassenen hebben vaak een erg specifiek beeld van hoe spel eruitziet. Dit lijkt vaak op constructie spel; we zien bijvoorbeeld een kind voor zich dat met Lego iets maakt of een blokkentoren bouwt. Of ons beeld lijkt op doen-alsof spel; we zien kinderen die verkleed heel harmonisch samen ‘winkeltje’ of ‘vader en moedertje’ spelen. Maar spel kan dus allerlei vormen aannemen en daarin is een niet ‘meer’ of ‘beter’ spel dan de ander.
Zelfs het herhaaldelijk opentrekken van kastjes, het continue verplaatsen van spullen van de ene naar de andere kamer is een vorm van spel, hoewel het irritant kan zijn en ogenschijnlijk ‘niet productief’ lijkt. Dit soort spel komt met name voor bij kinderen onder de 4 en heeft te maken met cognitieve schema’s.
Een kind kan per leeftijdsfase een voorkeur hebben voor een of meer soorten spel. Dit soort fasen zijn normaal. Zolang je kind de mogelijkheid heeft om verschillende typen spel uit te oefenen (bijv. door te beschikken over bepaald materiaal en voldoende ruimte), zullen kinderen vroeg of laat alle soorten spel in meer of mindere mate exploreren. Hier is geen sturing van een volwassene voor nodig.
Actie: observeer welke soorten spel jouw kind laat zien
Probeer de komende tijd eens af en toe te kijken naar je spelende kind en te zien of je bepaalde soorten spel herkent. Als je meerdere kinderen hebt kan het leuk zijn om te zien hoe ze hierin verschillen. Wat doet het oudere kind anders dan het jongere kind? Gaan ze doelgericht te werk of gaat het puur om exploratie?