Het concept Toy Rotation komt vaak langs, maar waar het begrip echt vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Het wordt geassocieerd met Montessori maar het lijkt geen begrip te zijn wat echt uit de Montessori filosofie komt. Wat wel bij die filosofie hoort is dat speelgoed georganiseerd moet zijn en dat niet al het speelgoed tegelijkertijd beschikbaar moet zijn. En het af en toe roteren (ofwel omwisselen) van speelgoed zou een nieuwe interesse opwekken bij het kind. Het lijkt er dus op dat het begrip Toy Rotation is afgeleid van deze Montessori ideeën.
Na lang zoeken vond ik als oudste bron een thesis uit 1976, waarin het volgende over Toy Rotation wordt gezegd:
Toy rotation is a system of parents putting away some toys and then bringing them out again later while returning orther toys to the storage area. (..) Children play longer with toys presented at intervals than with the same toys presented all at once. The use and care of toys can be improved by toy rotation.
Alice Phipps Whiren (1976)
Wat is toy rotation?
Heel kort gezegd komt toy rotation dus neer op het ‘roteren’ ofwel wisselen van speelgoed. Je kiest er voor om bepaald speelgoed beschikbaar te hebben voor je kind en na een bepaalde tijd wissel je een of meerdere items om voor wat anders. Aangezien het geen strak gedefinieerd begrip is zijn er ook geen vaste regels te volgen. Variërend van 1 tot meerdere weken kies je ervoor om 1 of meerdere speelgoed items om te wisselen voor andere.
Je hebt dus specifiek speelgoed ‘op display’ voor je kind in plaats van al het speelgoed dat hij heeft. Het doel is met name om te voorkomen dat er teveel speelgoed beschikbaar is.
Waarom aan toy rotation doen?
Er zijn een aantal voordelen aan het gebruiken van een toy rotation systeem. Allereerst houd je overzicht over het speelgoed. Er is minder op te ruimen omdat er minder items beschikbaar zijn. Dit is zowel voor ouder als kind prettig; we houden immers niet van teveel keuze.
Een tweede voordeel is dat er mogelijk langer gespeeld wordt wanneer een kind minder speelgoed heeft. Volgens Amerikaans onderzoek waarin peuters vier of zestien speelgoed items tot hun beschikking hadden werd gezien dat minder speelgoed betere uitkomsten had. Er werd voor langere perioden achtereen gespeeld en met meer variatie. Minder speelgoed zorgt dus mogelijk voor betere kwaliteit van spel en meer creativiteit.
Als laatste geeft het wisselen van speelgoed de illusie dat het nieuw is. Het is een tijdje uit het zicht geweest en zal weer aantrekkelijk zijn om mee te spelen. Het speelgoed gaat dus ‘langer’ mee, omdat er minder sprake is van erop uitgekeken zijn.
Hoe pas je toy rotation toe?
Aangezien toy rotation geen vaststaande structuur kent, ben je vrij om het toe te passen hoe je wilt. Hieronder beschrijf ik enkele richtlijnen die je aan kan houden, volgens de volgende punten:
- Hoe vaak wissel je
- Hoe veel speelgoed wissel je
- Welk speelgoed wissel je
Kijk allereerst naar het huidige speelgoed. Wat voor speelgoed is het? Voor wat voor soort spel kan het gebruikt worden? Zie ook dit artikel. Het idee is dat je van alle of bijna alle categorieën een aantal items ‘uitstalt’ per keer. Zodat er gevarieerd gespeeld kan worden. De mogelijkheden met enkel constructie materiaal zoals blokken zijn bijvoorbeeld beperkt: kies je voor minder blokken en daarnaast een aantal poppetjes en voertuigen dan zijn de mogelijkheden al heel anders!
Over het algemeen zou ik aanraden om niet vaker dan 1x per week speelgoed te wisselen, en er niet langer dan 4 weken tussen te laten zitten. Kijk hiervoor vooral naar je kind; merk je dat er minder lang gespeeld wordt of dat het kind zoekende lijkt, dan kan het wellicht tijd zijn om weer te wisselen. In plaats van speelgoed wisselen kan je het ook anders neerzetten in de ruimte, dit doet soms ook al genoeg om de interesse te wekken.
Hoeveel items heb je beschikbaar per keer? Dit is afhankelijk van het materiaal. Je kan natuurlijk weinig bouwen met maar 4 blokjes. Maar 10 verschillende poppetjes is misschien ook niet nodig. Je kan beginnen door simpelweg 1 set van elke categorie/soort speelgoed neer te zetten. Wat deze set inhoudt hangt dus af van het type speelgoed, waarbij een set blokken bijvoorbeeld wel uit 15 (of meer) stuks kan bestaan. Merk je dat je kind meer nodig heeft dan pak je er gewoon wat bij per categorie.
Hoeveel items je wisselt per keer kan je zelf kiezen, net als uit welke categorie. Experimenteer hiermee en kijk wat het effect is. Wissel bijvoorbeeld eens een hele categorie ‘favoriet’ speelgoed om voor iets wat je kind normaal niet zo snel zou kiezen, zoals verkleedkleren. Wellicht verrast je kind je! Zo kan je op den duur je eigen toy rotation systeem maken.
Conclusie
Toy rotation kan erg effectief zijn voor het stimuleren van spel. Met minder speelgoed zal je kind gevarieerder en langer spelen. Realiseer je wel dat het ‘ontdekkend’ spelen passend en normaal is voor jonge kinderen en dat meer ‘creatief’ spel vaak vanaf een jaar of 4 begint. Ik hoop dat je geïnspireerd bent om dit uit te proberen, laat het me vooral weten door @schermvrijopvoeden te taggen in een Instagram story!
Bronnen
Whiren, A.P. (1976). The effect of parent education on knowledge about and attitude toward children’s play. Michigan State University. Dissertation. https://doi.org/doi:10.25335/M5WM1468X




